PER VLIEGTUIG DE DATUMGRENS
OVERSCHRIJDEN
ZWART BEN IK, ZWART VANBINNEN
HOEWEL EEN LICHTPUNT
in mij schijnt.
GOLVEN VAN ZWARTIGHEID
G
A
A
N
tegelijk
op en af.
De zwartigheid in een zalm
of in een peyotewortel.
Fatsoen en onfatsoenlijkheid
doen mij afwisselend huiveren
zoals wijsheid en mededogen.
DE VERLOSSING IS
ZONDER
MEER
VRIJHEID,
of niet,
het is niet film
niet topsport
niet de consumptieterreur
in technicolor
op het glanzende scherm
voor me
op de rug van de zetel voorop.
*
EEN DANS OVER SLANGENKOPPEN
DOORHEEN
mijn
leven
in
deze
luchthavens.
*
E
L
K
WEZEN
is een boorling
in de dodencel
zelfs de wormen die
projectielen
ontwikkelen.
DE VLINDERTUIN
IN KUALA LUMPUR
MIJN
FLADDERIG
HART
VLIEGT
waar
een vlucht vlinders
bij de waterval
zweeft
en mij
in vervoering
brengt.
Extatisch
in deze oase van vlinders,
hou ik
van je
naast mij
in je groene sari van damast.
ZILVEREN BREKERS
VAN DE INDISCHE OCEAAN
TAGORE KON GESURFT HEBBEN
op deze geweldige zilveren brekers
waar
bange
lijkwitte krabben
onder het felle zonlicht
wegflitsen
richting hol.
GELUKZALIGE TAGORE,
een gemoedsleven vol tuinen
en paden
onder
de mangabomen.
Mijn leven
is er een van
arenden en auto’s
en bergen
en plastic afval
dat zich her en der verspreid
en lachende gezichten.
OPWAAIEND PLASTIC AFVAL
bij het puin
is
een nieuwe
bladsoort.
Een hoop die bedachtzaam wordt besnuffeld
met de snoet van de koe
zou
weleens
een mierennest
kunnen zijn.
OVERDAAD IN DE VISSERSBAAI
WAT VRAAGT HET MOED
te beseffen hoe lelijk
EN
LUISTERRIJK
dit leven
wel is:
het leven tast het leven aan,
en de lazuren ijsvogel
cirkelt
boven
de
kristalkleurige
poel
terwijl we op een zee
van petroleum dobberen.
DIT LUMINEUZE WEGDEK VAN ROOD-ZILVEREN KLEI,
stralend in de Indiase zon,
ooit het toneel van erotische dansen
van
sterren
van eertijds.
Onze auto
sjokt
voorbij verscholen herten
die spieken vanuit de schemer
tussen de teakbomen en het kreupelbos
terwijl een kamhoen
zijn groen-zwarte staartveren gladstrijkt
voor de wijfjes.
*
DE
OLIFANT
CHARGEERT,
uitzinnig schreeuwend,
en onze bejaarde gids,
de Anglo-Indiase kolonel,
schudt met één vinger
vanuit het autoraam.
“Stop!”
roept hij zijn ‘ouwe maat’ toe,
wat ze daadwerkelijk doet
en ze staart
bijziend
vanuit rimpelige oogkassen
EN
DRAAIT
ZICH
WEG
van ons,
maakt een zwaaibeweging
en lost
met trillende kaken haar trompetstoot,
en schuifelt
zijdelings
tussenin de op en neer gaande takken.
*
BIJ HET MEER
zweeft
een arend
met witte kop
voorbij
terwijl
wij
aan de zoete instantkoffie
nippen.
Nationaal park van Nahargole, Karnataka
NET ENGELEN
oren en slagtanden
badend
in een diepe poel in het woud
bij
S
C
H
E
M
E
R
L
I
C
H
T,
wat hou ik van jullie.
ALS DE KELTISCHE ZIEL
VAN PADRAIC COLUM DE VERHALENVERTELLER
ook maar ergens is
dan in dit woud
met zijn kudde
olifanten
die takken eten,
en de herten met vlekken,
en de tijger
die
in het
schemerlicht
haar reusachtige voetafdruk
in de grijze klei
van de meerbedding
achterlaat.
WERKERS ONDERWEG VAN
HUN TEMPEL NAAR DE VELDEN
ER IS EEN TUIN MET VERANDERLIJKE KLEUREN,
en de geur van sandelhout,
en de geurige rijst in de verbeelding,
achter
de rode en gele stippen
op hun voorhoofd
nadat ze langskomen voor de pooja
in de tempel.
Ik verbeeld me
natte aarde, kiezels,
en het geknerp van het gebladerte
onder hun kwetsbare
voetzolen.
IETS UIT INDIA
terug op het vliegtuig
BRULLEND OP DE STARTBAAN, BEGINT HET
VOORBIJ DE GROENE HEUVELS
TE SNELLEN,
regendruppels op de patrijspoort,
ik denk terug aan de heilige koe
vrolijk lachend
in de broeierige drukte
van het treinstation in Madras.
Ze is tuk op de strontgeur
in de lucht
en de opwinding van menselijke zoogdieren
die samenkomen
in een walm
en rokerig licht.
Niet film,
niet topsport
niet
de consumptieterreur
in technicolor.
*
Vrouwen in uniform
trekken nu
afgemeten
lachende gezichten
op een glimmend
scherm
recht voor me.
Met een doffe dreun
klapt het onderstel dicht.
|